Maaike Thiecke
12/06/2024
4 min

Instinker bij Blokker

12/06/2024
4 min

Ja hoor. Ik ben er weer ingestonken. Bij Blokker dit keer. Gelukkig waren mijn kinderen er niet bij want die zouden zich kapot hebben geschaamd voor hun moeder.

Ik ging bij Blokker batterijen halen voor mijn Tiny Tree. Ik had even geen rekening gehouden met de aasgieren die zich verzameld hadden in deze failliete winkel. Bij binnenkomst trof ik al een klant voor de kassa die stampij maakte omdat ze niet genoeg korting kreeg. Met een beroep op haar wettelijke rechten als consument. Ik kan me dan nog net inhouden en hoor mijn kinderen in mijn oor toeteren: 'mam, laat gaan'.

Bij het afrekenen van mijn batterijen hoor ik achter mij een meneer die tegen twee Blokker-medewerkers zegt: 'En? Hebben jullie er nog een beetje fatsoenlijke regeling uit kunnen slepen?' Acuut spits ik mijn oren want dit is de opmaat naar een situatie waar ik van ga briesen.

'Nou nee,' hoor ik één van de twee medewerkers zeggen. 'Op 1 januari staan wij met niks op straat. Geen baan, geen geld, geen regeling. Niks.' En terwijl ik daar sta, denk ik 'Alsjeblieft, zeg niks stoms.' Ik bedoel die man. Niet mezelf.

Maar hij zegt het toch. Echt. 'Nou, gelukkig ligt het werk voor het oprapen!' zegt hij.

Ik kan er nu nog van zuchten. Ik ben allergisch namelijk voor het omtoveren van leed in meevallers. En kan het niet laten om daarop te reageren. Wederom hoor ik mijn kinderen in mijn oren; die kennen namelijk mijn instinker en weten wanneer ze eerst heel hard aan mijn mouw moeten trekken, dan me strak moeten aankijken en daarna maken dat ze wegkomen. Ik weet dat ook, maar handel er niet naar. Ik treuzel zelfs extra om te horen of de medewerkers hierop reageren.

'Ja, zeker meneer, maar ik ben wel mijn collega's kwijt waarmee ik hier jaren heel fijn heb gewerkt. Wij gaan elkaar allemaal heel erg missen!'

Ik heb bewondering voor haar bereidheid om dit nog even uit te leggen. Ik had ze groot gelijk gegeven als ze wijselijk hun mond hadden gehouden en verbeten door waren gegaan met het afprijzen van de hele inventaris. Of in tranen waren uitgebarsten om deze meneer wat welverdiend ongemak te bezorgen.

Inmiddels heb ik me omgedraaid naar deze man. Mijn kinderen loeien in mijn oren maar dat helpt al niet meer. De man zegt serieus: 'Maar je krijgt toch weer leuke nieuwe collega's?!'

En dan ga ik voor de bijl. Ik stink erin. Dus ik zeg: 'Vindt u het ook zo akelig voor deze trouwe Blokker-medewerkers?'

'Nou, je moet het natuurlijk wel een beetje van de positieve kant blijven bekijken ...!' zegt hij.

Ik kijk de twee medewerkers recht aan. 'Ja hoor, ben je je baan en je collega's zomaar kwijt, kun je altijd rekenen op een klant die je vertelt dat het allemaal reuze meevalt!'

Het effect is natuurlijk nul noppes nada. Die man gaat natuurlijk helemaal niet zeggen 'sorry, ik zeg iets stoms, ik weet gewoon niet wat ik moet zeggen, ik vind het zo vervelend voor jullie ...'

Ik strompel beschaamd naar buiten en laat me bijna nog een keer verleiden door een klant die met een medewerker praat over 'de situatie'. Buiten app ik mijn kinderen, dat het goed was dat ze er niet bij waren, omdat ik er weer ingestonken ben. Dan weten zij precies hoe laat het is.

Een klant die het serieus waagt om te klagen over te weinig korting bij een medewerker van een failliete winkel vind ik van de pot gerukt, maar dat kan ik nog laten gaan. Wat ik nooit, never nooit kan laten gaan, is de gewoonte om tegenslag, pech en verdriet om te toveren tot iets leuks. Of iets dat meevalt en anders straks goed uitpakt.

Mijn hoogstpersoonlijke instinker. Hoe vaak ik het me ook voorneem, ik ga voor de bijl.

Nou hou ik van instinkers. Vooral van die van anderen. Van adviseurs die bij mij een opleiding volgen bijvoorbeeld. Ik ben een groot voorstander van het ontmaskeren van instinkers en uitzoeken of die hoogstpersoonlijke instinker niet toevallig een enorme meevaller is voor organisaties bij cultuurverandering. Die echt veel profijt hebben van een adviseur met een heel specifieke instinker.

Dat een organisatie bijvoorbeeld behoorlijk geholpen is met een adviseur die een instinker heeft met drammen over regels, als je af wilt van een vrijblijvende organisatiecultuur. Je weet wel, zo'n cultuur waarbij iedereen kaders, regels, afspraken, procedures, processen ziet als iets dat je ruim moet zien. In zo'n geval heb je dus baat bij een adviseur die niet alleen een neus heeft voor 'wat staat er op papier', maar ook eentje die het niet kan laten om keer op keer daarover te drammen.

Een dergelijke organisatie heeft mazzel met zo'n 'autistische blauwe Harry' met z'n instinker! In de rest van het leven is dat misschien gewoon vervelend en nodeloos formeel maar op weg naar een minder vrijblijvende organisatiecultuur is zo iemand een zegen.

Mijn instinker met mijn gedram over omgetoverd verlies tot fijne levenslessen is bij Blokker en op allerlei andere plekken totaal niet handig. Als ik adviseer bij cultuurverandering is het juist mazzel: ik word immers gevraagd bij tenenkrommende vertraging, bij hardnekkige oude koeien uit de sloot en bij oud zeer dat maar blijft leven. Dat ik een weggetoverd/genegeerd/gebagatellisseerd-verlies-instinker heb, is dan bijzonder behulpzaam, zolang ik 'm goed weet te mikken en m'n toon een beetje matig. Want die kunst van verliezen is nog best een dingetje in veel organisaties. Eerder met de beste intenties 'loslaten is anders vasthouden'.

In mijn nieuwe boek staat een heel hoofdstuk over instinkers van adviseurs. Over jouw hoogstpersoonlijke eigenste instinker en waar die per ongeluk ongelofelijk goed van pas komt. Daar zijn organisaties in cultuurverandering namelijk bij gebaat, zolang je die een beetje goed mikt.

Koesteren die instinkers, zou ik zeggen. Al geneer je je soms vast - net als ik - kapot.

Word je acuut nieuwsgierig naar mijn nieuwe boek en naar die instinkers van adviseurs die mazzel zijn in cultuurverandering? Je kunt je vast laten horen, dan hou ik je op de hoogte!


Reacties