Maaike Thiecke
08/24/2025
3 min

Vette Vlieland-cultuurdingetjes

08/24/2025
3 min

Na het afschalen van mijn popcornbrein vier weken geleden, zit ik nu alweer in het opstarten. In mijn geval betekent dat een kruising tussen net doen alsof de vakantie nog niet is afgelopen en dat popcornbrein dat fris en fruitig als een malle tot leven komt. 

De laatste week van mijn vakantie was ik op de plek waar ik een overdaad aan cultuurdingetjes in mijn mik geschoven kreeg. Omdat ik met mijn twee kinderen op Vlieland was. Vijf dagen samen met mijn 25-jarige dochter en mijn 23-jarige zoon op ons favoriete waddeneiland waar we al honderd jaar komen.

Natuurlijk ben ik beroepsgedeformeerd maar Vlieland stikt echt van de gewoontes en van de mores, zeker in de zomer. Alsof het geheel ingenieus onzichtbaar maar oh zo herkenbaar is geordend. Waar de boel strikt gescheiden is tussen de campinggangers, de huisjeshuurders, de hotelgangers en niet te vergeten de huizenbezitters. Die laatste herken je aan belangrijke zomer-accessoires als gigantische hoeveelheden lampjes voor de sfeer en dozen wijn.
Want ze hebben natuurlijk niet de goeie, op Vlieland. 

Onder de campinggangers hebben je de Stortemelkers (denk De Waard tent) en kampeerders op Lange Paal, de natuurcamping van Staatsbosbeheer. Die vinden Stortemelk een glamping met Gooise nep-kampeerders. 

En dan nog de bubbel van de haven. De botenmensen. Weer onderverdeeld in de havenliggers en de niet-havenliggers. 

Waarom ik dat allemaal weet? Omdat elke dag, op elk terras, op elke hoek, in elke winkel dus ook in de rij voor het snoepwinkeltje, bij de ijstent en bij de brievenbus mensen elkaar vliegensvlug indexeren door zorgvuldig geplaatste opmerkingen waardoor je direct weet of het er eentje van jouw tribe is of niet. 

In een oogwenk geregeld: horen wij bij elkaar of niet? 

De Vlielanders weten in ieder geval zeker dat ze bij elkaar horen. En niet bij die toeristen. Mocht je zo dom zijn om dat niet meteen in de smiezen te hebben, dan merk je dat in de rij bij de bakker of de supermarkt. Want Vlielanders gaan voor. Punt. 

Wat er op Vlieland ook bij hoort onder toeristen, is de zogenaamd achteloze wedstrijd in wie er het langste komt. Dat begint op de boot. De mensen die zich een hartverzakking schrikken van de toeter van de boot, pal voor aankomst, worden bijvoorbeeld meewarig aangekeken door de hardcore Vlieland-gangers. En op het terras van strandpaviljoen 't Badhuys is er altijd wel iemand die net iets te hard herinneringen ophaalt aan die kabouterversie van het vorige Badhuys, op de plek waar sinds acht jaar het nieuwe staat. 

Of de nadrukkelijke impliciete wedstrijd bij de manege, wie de namen van de paarden en de wandelpony's nog allemaal weet. Altijd wel iemand die heel verheugd en keihard roept 'Hé Sam Elmar!' of misprijzend verkondigt dat die zwarte wandelpony NATUURLIJK niet Pino is want die is allang dood. Duh.

Waar ik persoonlijk een zwak voor heb, dat zijn de jonge gezinnen die rechtstreeks vanaf de boot die hele dure kledingzaak intrekken. Waar manlief een boom opzet met de eigenaar (Philip voor ingewijden) en vrouwlief zichzelf én kinderen met de creditcard van haar man volledig in de leukigheid laat steken door de vrouw van de eigenaar (Harriët voor ingewijden). En natuurlijk: de mensen die Vlieland (Vlie voor ingewijden) ECHT kennen, herken je als ze nadrukkelijk Philip en Harriët begroeten. 

Omdat er verder echt heel weinig te doen is op Vlieland heb je alle tijd om dit soort herhaling van zetten op de bingokaart aan te kruisen. Ik dan hè. Want er zijn vast mensen die Vlieland op een andere manier beleven. En helemaal veel mensen die wel iets beters te doen hebben dan vergenoegd vette Vlieland-cultuurdingetjes spotten. 

Ik werd ook nog eens de hele dag om m'n oren geslagen door de typische Thieckes-op-Vlieland-cultuurdingetjes waar ik (ook traditie) een brok van in mijn keel krijg. Net als vroeger bestaan die uit rap rondje Dorpstraat, Badhuys, manege en een fietstochtje naar het Posthuys en verder vooral iets met terras en iets met eten. 

Oh en zonsondergang.

Overblijfsel uit hun kindertijd is stoeptegel van bakker Westers (wat gewoon juthout heet en gevuld krentenbrood met bruine suiker is). En de gigantische strandauto waarmee je je 'en group' hotsend en klotsend over het strand naar het reddingshuisje kunt laten rijden, heet bij ons al 20 jaar geen Vliehors maar Vlieworst. 

Zo horen wij bij elkaar.

De slappe lach om hun broer-zus geheimtaal (inclusief filmpjes voor de mensen thuis), de goede gesprekken over de liefde en hun ongein op de tandem zijn meteen tot nieuwe tradities gebombardeerd. Door mij dan. 

Helemaal opgeladen aan cultuurdingetjes en aan mijn twee kinderen met een ontroerend grappig geniet-gen kon ik weer naar huis. Tijd voor organisaties met cultuurdingetjes. En deelnemers met cultuurdingetjes. 

Ik verheug me erop!

Wil jij dit najaar nog iets met cultuurdingetjes? Schrijf je dan in voor de laatste plekken bij mijn training Cultuurdingetjes!

 

Reacties