
Koningin van de bovenstroom ...?
"Voor mij ben jij de koningin van de bovenstroom!"
Ehhh, wat?
Het was serieus de opgetogen tekst van een journalist die mij interviewde over mijn nieuwe boek Doe anders even anders. Hij vond het schitterend dat ik weliswaar systemisch was maar geen zweefteef. Hij vond dat mijn boek een prijs moest winnen omdat ik zo structureel stampvoette over de bovenstroom in een wereld waar verder iedereen geobsedeerd was door de onderstroom en gedrag en cultuur en gedoe.Â
Ik was zo perplex dat ik alleen schaapachtig reageerde met 'hah!' toen hij mij koningin van de bovenstroom doopte.
Nadat ik een week had ge-tsss-t en ge-belachelijk-t en ge-ha-ha-hilarisch-t, realiseerde ik me dat ik toch echt - vrij vaak en vrij structureel en trouwens ook met vrij veel uitroeptekens - iets uitleg over het belang van de bovenstroom. Dat precies in de week van deze bekroning een groep adviseurs not amused was toen ik weigerde te beamen dat uiteindelijk alles onderstroom is.Â
Jij hebt mij geheid al vaker horen zeggen hoeveel onnodig leed je in organisaties kunt voorkomen als je de boel 'gewoon' goed regelt. In de bovenstroom, ja. Gewoon rollen, bevoegdheden en meetlatten vaststellen. Gewoon procedures, systemen en processen inrichten. Gewoon sleutels uitdelen, toegang verschaffen en budgetten vrijgeven. En natuurlijk: alles intrekken, doorscheuren, opblazen, afsluiten, barricaderen wat de gewenste beweging van de organisatie in de weg staat.Â
Gewoon je verkeersplan  aanpassen. En je eraan houden.Â
Zodat je geen nodeloze opstoppingen, botsingen, vertragingen en verwarring krijgt. Die je dan per ongeluk ook nog eens inschat als cultuurdingetjes, wat ze helemaal niet zijn. Waar je dan vervolgens met de beste intenties precies de verkeerde interventies op gaat doen omdat je ze voor cultuurdingetjes aanziet in plaats van regeldingetjes.Â
Dus misschien dram ik toch best vaak over die bovenstroom. Dus vooruit. Dan maar een pleidooi over een heel specifiek bovenstroom-obstakel, dat ik de laatste tijd bizar vaak tegenkom. Een stiekem en fnuikend obstakel.
De eigenlijk-bovenstroom.
Eigenlijk is dit niet bedoeling.
Eigenlijk moet je dat niet aan HR vragen.
Eigenlijk hoort dit bij jullie eigen opdracht.
Eigenlijk is dit een vraag voor een conciërge en niet voor een directeur.
Eigenlijk is deze locatie dicht.
Eigenlijk gaan jullie daar niet over.
Eigenlijk is dit niet volgens de wettelijke richtlijn.
Eigenlijk moet je daar eerst toestemming voor vragen.
Eigenlijk in principe soort van hebben we wel afspraken, maar ja. Eigenlijk in principe soort van is dit niet echt helemaal de bedoeling, maar ja.
Maar ja, wat?
Maar ja, kleine moeite.
Maar ja, op de oude manier gaat sneller.
Maar ja, het komt nu zo slecht uit.
Maar ja, anders hebben we er alleen maar extra gezeik en extra werk mee.
Maar ja, voor deze ene keer.
Maar ja, als zij daar nou stress van krijgen.
Maar ja, zo kinderachtig om zo principieel te doen.
Maar ja, professionele autonomie hè!
Mijn lievelings, adviseurs, zijn vaak onbedaarlijk bevattelijk voor de maar-ja's. Sterker nog: misschien wordt de adviseur die het beste te strikken is voor maar-ja's wel het meest gewaardeerd in organisaties. Die doet immers niet moeilijk, is flexibel, denkt tenminste een beetje mee. Stukken beter dan Herman van HR die met de papieren in de hand zegt dat het niet kan, niet mag en niet hoort.
Vooral blijven doen, die eigenlijk-bovenstroom met maar-ja's, als daar geen bloed uit vloeit en als er geen veranderopgave ligt hè. Geeft heel veel sjeu, samen een beetje de regels buigen zonder dat het opvalt en zonder dat iemand strak gaat doen.Â
Als er wél een veranderopgave ligt dan is eigenlijk-bovenstroom een fors obstakel. Ik denk wel eens dat deze specifieke vorm een grotere bedreiging voor organisatieverandering is dan de schijt aan bovenstroom variant. Omdat het smokkelkarakter met een 'wij-begrijpen-elkaar-blik' er een extra aantrekkelijk tintje aan geeft. Het is een soort braaf 'natuurlijk zijn wij het eens over de feiten en de afspraken en natuurlijk zijn wij niet zo onvolwassen/onprofessioneel/ongehoorzaam dat wij weigeren'. Gemengd met 'doen we niet'.
Een ongelofelijke goede manier om de oude status quo te behouden terwijl het niet heel erg opvalt. En dus een fnuikend obstakel voor welke verandering dan ook, die eigenlijk-bovenstroom met z'n maar-ja's.
Ik zou mezelf nog steeds niet koningin van de bovenstroom willen noemen, maar wijs - geheel vrijblijvend, zonder stampvoeten, zonder drammen en zonder kroontje - toch graag op het levensgrote gevaar van die eigenlijk-bovenstroom als verandering je lief is. En mocht je als adviseur willen weten hoe je deze smokkelvariant en al die andere boven- én onderstroomobstakels opspoort en oplost: ik heb een opleiding voor adviseurs met de laatste plekken voor 2025!Â
Â