Gefermenteerde radijsjes

“Ik heb een broodje humus met gefermenteerde radijsjes besteld maar die zitten er niet op.”

De mevrouw voor mij in de rij vond het de moeite waard om opnieuw in de rij te gaan staan om te protesteren tegen het gebrek aan gefermenteerde radijsjes op haar broodje. En ik heb vol zicht op hoe zij daar een punt van maakt. Want het meisje achter de balie zegt "Op".

"Ik eis radijzen’ zegt de mevrouw.
"Ze zijn er niet meer, mevrouw." zegt het meisje.
"Het is pas 14:00 uur, hoe kunnen die nou op zijn? Dat is toch gewoon slecht ingekocht?"
Het meisje haalt haar schouders op. "Wilt u misschien iets anders?"
"Nee, ik wil niks anders, ik heb betaald voor gefermenteerde radijzen en ik wil gefermenteerde radijzen. Hoe ga je dit nu oplossen?"

 Het meisje kijkt vooral naar de lange rij achter haar. 

"Ik wil je baas spreken" zegt de vrouw.

"Dat kan. Maar die heeft nu pauze dus dan moet u even wachten. Dan help ik ondertussen even verder."

De vrouw gaat met haar broodje uit de rij. En wacht. Op de baas. Met geheid hetzelfde bericht. Tegen de rij zegt ze "Ja nou, het gaat om het principe. Ik vind dit niet kunnen."

Ik vind dit dus fantastisch. De moeite en de tijd nemen om je gelijk te halen over gefermenteerde radijzen. Iets met prioriteiten. Ik moet meteen denken aan organisaties met een hoop gefermenteerde radijzen. Peanuts die je beter kunt laten gaan, omdat er belangrijkere zaken zijn die veel meer zoden aan de dijk zetten. En die veel relevanter zijn voor de beweging van je organisatie. Anders begin je elke dag je stand-up of dagstart met gefermenteerde radijzen. En vul cq. verspil je je dag met detecteren van gefermenteerde radijzen. Wat bovendien ook nog zo besmettelijk is als een deur. 

Voordat je het weet heb je een gefermenteerde-radijzen-cultuur. Met mensen die een kei zijn in slakken op zout leggen.  

Even voor de duidelijkheid: ik ben ook zo iemand. Ik ben gevoelig voor gefermenteerde radijzen. En ik ben er heel goed in. Met plezier maak ik 'uit principe' van een mug een olifant. Ik sta al 50 jaar bekend als degene die gezamenlijke k-klussen kunt laten oplossen die inhouden dat ik - letterlijk of figuurlijk - lang in de rij moet staan, me eindeloos door chatboxen moet worstelen of 100 km om moet rijden om iets aan de kaak te stellen. 

Want iemand moet het doen. 

Want dit moet toch niet kunnen.

Ik hou gewoon van een akkefietje op z'n tijd. En soms is het een gevaar voor mijn nachtrust. En voor mijn agenda. Niet voor mijn humeur want ik akkefiteer bijna altijd handenwrijvend en met opgewekt gemoed. 

Met dank aan de gefermenteerde radijzen van deze mevrouw in de rij nam ik me voor dat als vrolijke reminder te gebruiken voor 'laat gaaaaan'. Vooral nu ik net een nieuw huis uit 1888 heb gekocht dat compleet verbouwd wordt. Tel uit je winst qua gefermenteerde radijzen. Zoals het bedrijf dat de bouwcontainer levert, die exact zo wordt neerzet dat je er precies niet bij kan en de slopers dus alles in mijn voortuin mikken. 

"Kan die ook gedraaid worden?" vraag ik het bedrijf. Ja dat kan. Voor de prijs van een nieuwe container à € 431,59.

Dan moet ik ongelofelijk mijn best doen om daar GEEN gefermenteerde radijs van te maken. Is gelukt. Voor nu dan. Want sommige radijzen kun je altijd later nog doen. Na de verbouwing. Na de verhuizing. Na de 165 documenten die ik moet aanleveren voor de aanvraag van subsidie. 

"Je zou er een boek over kunnen schrijven!" Die heb ik vaak gehoord de afgelopen weken. Neeeee, nee nee! Dat is de ultieme uitnodiging voor extra gefermenteerde radijsjes, dat ga ik niet doen, en al helemaal niet nu!

Wat ik wel nog eens ga doen, is het recept schrijven voor een gefermenteerde-radijzen-cultuur. Zo eentje in organisaties waar je maar niet kunt ophouden met slakken op zout leggen. 

Komt later!